Het eerste slachtoffer van de Wereldoorlog en Guillaume Gubbels | een verdwenen soldaat.
Antonius Hendrikx (Toon) verdronk tijdens zijn mobilisatietijd op 17 aug. 1914 in de Merwede bij Gorcum. Zijn moeder noemde hem het eerste Nederlandse slachtoffer van de Eerste Wereldoorlog.
Ook drie broers van Toon waren tijdens de oorlog gemobiliseerd. Kees, Willem en Harrie. Willem Hendrikx stuurde een foto van zijn eenheid en een kaart aan zijn broer Harrie.
Daarnaast hadden de broers een neef in België, Guillaume/Willem Gubbels, die met zijn nicht Anna correspondeerde tijdens de oorlogsjaren. Anna was een zus van bovenstaande broers. Guillaume moest naar de Ijzer en schreef vanaf daar kaarten naar Anna. Hij schrijft op een kaart dat hij haar foto’s zal toesturen en doet dat ook in drievoud. Hij sneuvelt op 29 september 1918 in Stadenberg-Poelcapelle nadat hij een granaatscherf in zijn buik krijgt en wordt op het erekerkhof van Poelcapelle begraven. De familie krijgt bericht over zijn overlijden, maar niet over de plek waar hij is begraven. Zijn ouders, zijn nicht Anna en haar moeder Hanna gaan na de oorlog in 1919 naar hem op zoek. Anna correspondeert met haar vader en haar verloofde Frans, die in Eindhoven zijn achtergebleven. Ze stuurt hen kaarten (die bewaard zijn.)Ze droeg nog lang een medaillon met de foto van Guillaume en van haar zelf.Wanneer de huidige familie zijn graf weer wil bezoeken (in 2000), is Guillaumes graf niet meer te vinden. Hij blijkt na studie herbegraven te zijn in Neerpelt in 1922. Op dat kerkhof is zijn graf niet te vinden, maar staat hij wel op de herdenkingszuil vermeld. Ze dachten dat het geruimd zou zijn, maar dat gebeurt niet met militaire graven. Mogelijk is hij dus weer herbegraven.
Toon is te zien op de drie broches. (foto 1 /tm 4 en 7 tm 10)
Foto 5: Toon in 1912 bij de zilveren bruiloft van zijn ouders
Foto 6: bidprentjes Toon
Foto 11 en 14: Mobilisatie. Harrie Hendrikx 2e van links
Foto 12 en 13: Mobilisatie. Willem Hendrikx (liggend rechts), stuurt foto aan zijn broer Harrie
Foto 15 tm 22 en 27: Postkaarten Guillaume aan nicht Anna
Foto 23: medaillon nicht Anna (Guillaume staat aan de andere kant)
Foto 24 en 25: bidprentje Guillaume
Foto 26: Nicht Anna met opgespeld medaillon
Foto 28: archief Brussel over Guillaumes herbegrafenis
Foto 29: Guillaume
Foto 30 en 31: kaart van Guillaumes ouders die in 1922 opnieuw aan de Ijzer zijn
Foto 32 tm 35: kaarten van Anna aan vader en verloofde tijdens de zoektocht in 1919
Foto 36 tm 38: foto's gedenkzuil Neerpelt 2000
Foto 39 tm 49: Lege postkaarten, door Anna als souvenir meegenomen tijdens de zoektocht
Foto 50 en 51: Bericht van de krijgsmacht over Guillaume en kopie archief
CONTRIBUTOR
J. Vosters-van Osch
DATE
1914 - 2000
LANGUAGE
nld
ITEMS
51
INSTITUTION
Europeana 1914-1918
PROGRESS
METADATA
Discover Similar Stories
Een vissersverhaal uit de Eerste Wereldoorlog
3 Items
Bij dit verhaal hoort een scan uit het boek “Een Zee te hoog”, van uitgeverij Maritiem, De Boer, ISBN 90-228-1833-0. Het gaat om regel 507 op deze bladzijde. Ook zijn twee afbeelding bijgevoegd afkomstig van vissersnamenmonumentscheveningen.nl. || Dit verhaal is afkomstig van mijn grootvader, Pieter Krab, geboren in Egmond aan Zee, in het jaar 1876. Mijn grootvader was een kennelijk goede visserman, want als er voor zijn rederij een nieuw schip in de vaart kwam, dan werd hij gevraagd als schipper er mee ter zee te gaan. Het schip waar het hier over gaat, de Ernestine Pauline (visserijnummer IJM 95, rederij Bakker en Dijksen), was gebouwd op een werf in Grimsby, te water gelaten in het begin van WO I. Het was een uiterst moderne stoomtrawler voor die tijd, met typische kenmerken van Britse scheepsbouw. Mijn grootvader werd ook in dit geval gevraagd er mee te gaan vissen, maar hij vond het risico te groot, dat de Duitse marine hem - zelfs met de scheepsnaam, vlag en land van herkomst in koeienletters op de scheepsromp - voor een Engelsman zou uitmaken, met als groot risico getorpedeerd te worden. Hij besloot niet te gaan en kocht voor zichzelf een Enkhuizer Bol (een houten schip, gelijkend op een botter) om daar kustvisserij mee te bedrijven, om voor zijn gezin brood op de plank te houden. Zijn stuurman besloot de plaats van mijn grootvader in te nemen op de Ernestine Pauline. Die man is, met alle andere opvarenden nooit meer teruggekomen. Dus of op een mijn gelopen, of getorpedeerd. (in totaal 11 bemanningsleden). Een vroegere kok, die bij mijn grootvader vast aan boord was, ging ook mee, maar die had er na een van de eerste reizen genoeg van en ging weer met mijn grootvader mee op de Enkhuizer Bol. Die kok - genaamd Engel Prins - heb ik ooit nog eens ontmoet in de Prins Hendrikstichting in Egmond, een verzorgingstehuis voor oud-zeelieden. Die had een schitterend model gebouwd van de Ernestine Pauline. Mijn grootvader is overleden in 1953. || || Scan uit het boek 'Een Zee te hoog' || Book || || Krantenknipsel mbt IJM 95 || Publication || || Krantenknipsel mbt IJM95 || Publication
Een verliefde dwangarbeider in de Eerste Wereldoorlog
18 Items
Brieven tussen Nicolas Huits, zijn vriendin en familie- 14 || || Nicolas Huits || Photograph || Nicolas Huits werd in december 1916 gedwongen in Valenciennes te werken in dienst van de Duitsers. Hij schreef van daaruit een aantal brieven en kreeg ook een aantal brieven van het thuisfront. In mei 1917 mocht hij terugkeren naar Kanne || Nicolas Huits, dwangarbeider in Eerste Wereldoorlog || || Emma Stoffels, vriendin en later echtgenote van Nicolas Huits, vroedvrouw. Zij krijgt een aantal brieven van Nicolas Huits en schrijft er ook een aantal. || Emma Stoffels, vriendin van dwangarbeider in Eerste Wereldoorlog || Emma Stoffels || Photograph || || Photograph || Women || Catherine (1882-1921) was het oudste kind in de familie Huits-Smeets. Na de dood van haar moeder zorgde zij voor de opvang van (vooral) de jongste zoon Nicolas. In haar brieven aan Nicolas is zij erg bezorgd over het leven van haar broer || Catherine Huits, oudste zus van dwangarbeider || || Barthel Huits staat rechts op de foto. Samen met twee vrienden uit Kanne is hij in de loop van 1916 naar Sint-Pieter (Maastricht / Ned) gevlucht. Hij bleef er gedurende de resterende duur van de oorlog. Hij leerde er zijn vrouw Maria Vanderbroeck kennen. Zij zijn de grootouders van de schrijver van het artikel || Barthel Huits, broer van dwangarbeider || Photograph || Home Front || Sint-Pieter (Maastricht)
Ernst Theodor Vermathen | soldaat in de Eerste Wereldoorlog
8 Items
3 fotokaarten geschreven in 1915 en 1916 door soldaat Ernst Theodor Vermathen vanaf het front naar zijn familie. 5 foto's uit familiealbum van soldaat Ernst Theodor tijdens de Eerste Wereldoorlog. || Vlak voordat de Eerste Wereldoorlog uitbreekt meldt Ernst Theodor Vermathen (1895-1975), geboren te Oedt in Duitsland, zich aan voor de Lieblingsgarde van keizer Wilhelm II. De keuring voor dit elitekorps van de Duitse keizer is streng. Zo moeten de jongemannen een bepaalde lengte hebben om in aanmerking te komen voor het korps. Ernst is achttien en het lijkt hem prachtig zo’n uniform. En dan die helm met zijn indrukwekkende kwast. Daar komt nog eens bij dat het beter verdient dan zijn baantje als loopjongen bij een apotheek. Hij wordt goedgekeurd en aangenomen, maar heel erg lang geniet hij niet van zijn speciale status. De oorlog breekt uit en Ernst moet als soldaat naar het front. In de nazomer van 1915 sturen de Duitse krijgsheren hem naar Noord-Frankrijk. In de loopgraven vecht hij met zijn bajonet man tegen man. Bij een van die gevechten raakt hij gewond aan zijn been. Een kogel van vijandelijk vuur heeft hem getroffen. Begin oktober 1915 stuurt Ernst vanuit het Festungs Lazaret in Lille een fotokaart naar zijn zus Käthe in Goch in Noordrijn-Westfalen, dicht bij de Nederlandse grens. Hij verblijft in het lazaret, omdat zijn gewonde been verzorging nodig heeft. Op de foto poseert hij ontspannen voor de fotograaf samen met twee andere soldaten. Zo te zien valt zijn verwonding mee. Hij kan in ieder geval staan op zijn been. Een maand later, in november 1915, is hij terug in Duitsland. Daar verblijft hij in Genesungsheim prof. dr. Simons in Godesberg om te revalideren. Op een fotokaart van 24 november 1915 aan zijn zus Käthe staat hij met andere soldaten en verplegend personeel voor de kliniek. Ernst krijgt steeds een andere standplaats. Voordat hij naar het front in Noord-Frankrijk moet zit hij in Berlijn. In juni en juli 1915 ontvangt de familie in Goch fotokaarten vanuit de hoofdstad. Vanuit Berlijn stuurt hij ook een kaart naar Traudchen Booten, een jong meisje uit Goch met wie hij later zal trouwen. In maart 1916 komt er een kaart uit Zuffenhausen in Noord-Duitsland. Er zijn foto's uit Rusland. Op een van die foto's staat Ernst in een dikke bontjas voor een auto samen met een andere soldaat. Of is het een meerdere? Aan de kleding van de mannen kun je zien dat het erg koud is. Er ligt sneeuw. Soms is er in de oorlog even tijd voor ontspanning. Een groepje verklede soldaten kijkt olijk in de lens van de fotograaf. Ernst is een van hen. Het ziet eruit alsof ze een komisch toneelstuk gaan opvoeren. Op andere foto’s vieren de soldaten Kerstmis met een kerstboom en poseren ze in de keuken, sommige met een pijp in de mond. Ze laten zien dat ze best hun eigen potje kunnen koken. Ernst komt heelhuids terug uit de oorlog. Tijdens gevechten is hij twee keer in zijn been geraakt door een kogel, maar de wonden zijn goed hersteld. Na de oorlog krijgt hij werk als agent bij een verzekeringsmaatschappij. Hij trouwt met Gertrud (Traudchen) Booten. Begin jaren twintig van de twintigste eeuw krijgt hij een baan als remmer bij de Nederlandse Spoorwegen. Ernst en zijn gezin, ze hebben inmiddels een dochter, verhuizen voor het werk naar Nederland. In 1933 laat hij zich naturaliseren tot Nederlander. Bij de NS klimt hij op tot conducteur en later tot hoofdconducteur. Gerda van Groesen (1951) Kleindochter van Ernst Theodor Vermathen April 2014