Series I of the collection pertains to Rabbi Leopold Rosenak's work as a field chaplain during World War I in Kaunas (Kowno) in Lithuania. It contains manuscripts by Rosenak including a report on his work as field chaplain in 1915, private and official correspondence (letters, cables) with individuals and institutions such as Ausschuss fuer fahrbare Kriegsbuechereien an der Front, Leo Baeck, Hilfsverein der deutschen Juden, Kriegsministerium (Prussian War Office), Kaiserlich Tuerkisches Generalkonsulat zu Bremen (Turkish Consulate in Bremen), and Erich Ludendorff. The correspondence documents in particular his activities for the native Jewish population in Lithuania in particular regarding food supplies and education, his service as a field chaplain, and his efforts to support and supply libraries for Prussian soldiers. The series contains, furthermore, various certificates of L. Rosenak, a typescript by L. Hoppe, Protestant field chaplain, titled Ein Ostermorgen im Grossen Hauptquartier (typescript, 3 pp.), and flyers in German and Yiddish inviting to services of L. Rosenak in Lida.

Circumstances of the marriage to Leopold Rosenak, social and welfare activities in the Bremen Jewish community and Hilfsverein der deutschen Juden, visit to the U.S. and death of Leopold Rosenak on the way back (1923), first years of Nazi rule in Bremen, immigration to the U.S. || German || 4 chapters || גרמנית

Drie medailles, doodsbrief van Cyrille Braeck en een reeks postkaarten. || Cyrillus Baeck (°Kontich 19 november 1888 + Mortsel 14 augustus 1971). Tijdens de eerste wereldoorlog was hij onderofficier. Zijn regiment dat ten strijde trok vanuit Schaarbeek, werd gevangen genomen in de omgeving van Namen en van daaruit moesten zij, meestal te voet, naar Munster in West Falen (fotoalbum). Cyrille Baeck was als sportman een bekend schermmeester. Op een der foto's uit het krijgsgevangenkamp is hij te zien tijdens het hoogspringen. Na de oorlog werd hij gevraagd om als schermmeester les te geven aan de universiteit van Yale (USA), wat echter omwille van familiale omstandigheden niet is doorgegaan. De moeder van Cyrille Baeck, weduwe Anna De Caesteker, werd door koning Albert I met een ereteken vereerd, daar zij vier zonen aan het front had, dewelke allen als invalide de oorlog overleefden.