Krijgsgevangene in Duitsland.
Het verhaal gaat over Victor Ryssens, een soldaat die dienst deed in 1912. Na zijn diensttijd werd hij echter vlug opnieuw opgeroepen tijdens de mobilisatie in Leuven. Hij was spoorwegarbeider en werd daarom zo snel weer opgeroepen. In Leuven is hij in het water gevallen en door de Duitsers gered. Hij werd echter onmiddellijk krijgsgevangen gemaakt. Victor werd eerst slecht behandeld en vernederd. Zo werd hij op de grond geworpen en soldaten zaten op hem.
Als krijgsgevangene werd hij tewerkgesteld bij een boer. De boer was erg sociaal en gaf eten mee voor de medegevangenen.
Overnachten geschiedde dikwijls buiten het kamp. Hij kreeg een sjaaltje cadeau van een medegevangene...een Engelsman.
- sjaaltje
CREATOR
Victor Ryssens
DATE
1914
LANGUAGE
nld
ITEMS
1
INSTITUTION
Europeana 1914-1918
PROGRESS
METADATA
Discover Similar Stories
Jean Pepermans | soldaat aan de Ijzer en in Duitsland.
6 Items
- foto van Jean Pepermans in uniform, aan het einde van de oorlog verstuurd naar zijn gezin in Engeland - foto van Jean Pepermans als soldaat in uniform, in dienst van het bezettingsleger in Duitsland in 1919 || Jean woonde op de Grote Nieuwedijk in Mechelen. Hij werd in 1914 gemobiliseerd. Zijn vrouw en zoontje kwamen als vluchtelingen in Engeland toe. Toen Jean verlof kreeg, ging hij zijn gezin in Engeland bezoeken. In 1919 ging hij naar Duitsland met het bezettingsleger.
Paul Gallant: Oorlogsvrijwilliger en krijgsgevangene in de Groote Oorlog
5 Items
Paul Gallant, geboren op 1 november 1892, meldde zich aan het begin van de oorlog in 1914 aan als oorlogsvrijwilliger. Hij werd ingelijfd bij het 1e regiment der grenadiers. Na vele verplaatsingen (van Merelbeke-Gent naar Oostende,Calais, Gravelines, Marquise en uiteindelijk naar Veurne) kwam hij terecht in de sector van Diksmuide. Hij raakte gewond nabij Oud-Stuivekenskerke en werd er door de Duitsers gevangen genomen. Dit hele gebeuren beschreef hij zelf in een brief van 24 januari 1915 vanuit het lazarett in Celle (Hannover - Duitsland) waar hij verzorgd werd. Na zijn opname in het hospitaal werd hij naar het krijgsgevangenkamp in Soltau gebracht. Tegen het einde van de oorlog telde het kamp zo'n 60.000 gevangenen, waaronder 12.500 Belgen. Omwille van zijn precaire gezondheid werd Paul Gallant echter reeds in juni 1918 door het Rode Kruis overgebracht naar Zwitserland als geïnterneerde. Paul Gallant overleefde de Groote Oorlog. Hij was daarmee één van de dertig grenadiers uit zijn compagnie van 250 soldaten. Na de oorlog, op 25 februari 1921, werd hij benoemd tot kapitein bevelhebber van de Vrijwillige Brandweer van Wervik. Hij trad hiermee in de voetsporen van zijn vader. Bij het uitbreken van WOII heeft hij in een schrift zijn herinneringen opgetekend bij de bombardementen van Wervik en de vele branden die zij in gevaarlijke omstandigheden hebben moeten bestrijden (oorlogsjaar 1940 en 1944). || Foto genomen in september 1914 (Paul staat rechtsachter). De brief van 24 januari 1915 in potlood geschreven van uit het Lazarett te Celle (Duitsland).
Krijgsgevangene Jean Polus.
5 Items
Fotografische briefkaarten uit het Munster- en Hamelnlager. Deze fotografische briefkaarten werden in de kampen vervaardigd om de variatie aan verschillende nationaliteiten, legers en culturen ten toon te stellen. Het kort bericht van kapelaan Dewit over Jean Polus verblijf in het ziekenhuis van Luik en het kampattest uit Hameln van het overlijden van Jean Polus in 1917. || Pieter-Joannes (Jean) Polus was afkomstig uit Hasselt, 24 jaar en getrouwd met Theresia Peeters toen hij in 1914 gemobiliseerd werd. Hij vocht als soldaat bij het 11de linieregiment in Luik en raakte hier gewond. Na een tijd in een ziekenhuis in Luik werd Jean Polus als krijgsgevangene afgevoerd. Een kapelaan, Joseph Dewit, bezorgde een kort bericht aan de ouders van Jean Polus. Hij stelde hen gerust dat Jean kort ziek was geweest maar inmiddels gezond en als krijgsgevangene naar Duitsland werd afgevoerd. Hij vervolgde Ik heb met hem gesproken. Hebt dus maar goede hoop; na den oorlog komt hij gezond terug.. Eerst komt Jean terecht in het Munsterlager bij Hannover. Hij blijft hier tot omstreeks 1916 of 1917. Later wordt hij overgebracht naar het krijgsgevangenenkamp van Hameln (Hamelnlager, Hannover). Hier overlijdt hij op 21 april 1917, na een korte ziekte, in het ziekenhuis van Georgsmarienhütte (Osnabrück). Het kampbestuur maakte hiervan pas op 17 juli 1917 een attest op. Postuum werden hem twee medailles toegekend: de Herinneringsmedaille aan de Oorlog 1914-1918 en het Gedenkteken der Zegepraal.