Henri Van Praet | soldaat aan de IJzer en krijgsgevangene Duitsland
Het verhaal gaat over Henri Van Praet. Henri was vier jaar aan het IJzerfront. Hij was clairon. Henri geraakte gewond aan zijn arm en hij werd in Engeland gehospitaliseerd. Toen hij hersteld was, werd hij terug naar het front gezonden.
Begin november 1918 is hij krijgsgevangen genomen. Zijn echtgenote, die in Boom woonde, vernam dat de trein met krijgsgevangenen waar Henri op zat, naar Brussel reed en daar halt zou houden.
Ze hadden familie in Brussel. De echtgenote van Henri is naar de familie in Brussel gegaan. Ze konden gedaan krijgen dat Henri Van Praet even 'verlof' kreeg als krijgsgevangene. Hij mocht meegaan naar het huis van de Brusselse familie, met de belofte tijdig terug te keren. Henri zag daar voor het eerst in vier jaar zijn echtgenote terug.
Vervolgens werd hij afgevoerd naar Duitsland. Begin juli 1919 kwam hij gezond terug thuis. Enkele weken later beviel zijn vrouw van een tweeling, exact negen maanden na hun weerzien in Brussel.
Een deel van de familie zat tijdens de oorlog in het interneringskamp Harderwijk (Nederland). De schoonbroer van Henri zat in het interneringskamp in Amersfoort en een andere schoonbroer zat in Soltau, Duitsland.
- postkaart met gezinsfoto, verstuurd naar Harderwijk;
- foto uit militair kirjgsgevangenenkamp Amersfoort;
- foto's van Henri Van Praet aan het front.
CONTRIBUTOR
Hendrik Van Praet
DATE
1914 - 1918
LANGUAGE
nld
ITEMS
37
INSTITUTION
Europeana 1914-1918
PROGRESS
METADATA
Discover Similar Stories
Jean Pepermans | soldaat aan de Ijzer en in Duitsland.
6 Items
- foto van Jean Pepermans in uniform, aan het einde van de oorlog verstuurd naar zijn gezin in Engeland - foto van Jean Pepermans als soldaat in uniform, in dienst van het bezettingsleger in Duitsland in 1919 || Jean woonde op de Grote Nieuwedijk in Mechelen. Hij werd in 1914 gemobiliseerd. Zijn vrouw en zoontje kwamen als vluchtelingen in Engeland toe. Toen Jean verlof kreeg, ging hij zijn gezin in Engeland bezoeken. In 1919 ging hij naar Duitsland met het bezettingsleger.
Jozef Vandorpe | soldaat en krijgsgevangene
1 Item
Y11.8 Foto's: portretfoto Jozef, foto toneelopvoering tijdens gevangenschap (Jozef staat uiterst links, met de riek in de hand), foto grafsteen Jozef met Duits opschrift 'Hier ruht in Frieden unser lieben Kamerad'; foto genomen aan hallen van Kortrijk, erebegrafenisdienst voor Jozef. Y11.9 Familiefoto, ouders van Jozef (Télésphore Vandorpe en Marie Soubry), twaalf kinderen; Jozef was toen al gestorven; zijn portret wordt in de hand gehouden en zo staat hij ook op de familiefoto Y11.10 Borduurwerk Aan myne dierbare ouders - Gedenkenis myner Gevangenschap Alten Grabow 1914 - 1916, na de oorlog door vrienden van Jozef afgegeven aan de ouders. Y11.11 Uitvergrote en bewerkte portretfoto || De familie Vandorpe is afkomstig uit Kortijk. Jozef Vandorpe was de broer van Carolines grootmoeder Victoire. Op een dag zei Jozef: Papa, mama, een kruisje, ik heb me opgegeven bij het leger en ik vertrek. Vader en moeder waren geschokt. Jozef was de oudste. Hij is in 1919 gestorven aan de griep in krijgsgevangenschap te Altengrabow (GE). Jozef maakte tijdens zijn krijgsgevangenschap een borduurwerk. Hij was opgegroeid in een kleermakersgezin waar hij had leren borduren. Jozef is eerst begraven in Duitsland en later, na zijn repatriatie, herbegraven te Kortrijk. Het borduurwerk werd na de oorlog door vrienden van Jozef afgegeven aan zijn ouders. Het is sindsdien altijd in de familie gebleven. Voor de ouders was dit borduurwerk het enige aandenken aan hun zoon Jozef.
Brieven van mijn grootvader geschreven aan de Ijzer
9 Items
Het zijn enkele brieven die mijn grootvader, Gustave Naert, schreef aan zijn broer Maurice. Hieronder schreef ik ze uit. Ze zaten beiden aan het front aan de Ijzer. Zijn broer Maurice overleed oo 6 augustus 1918 in het militair hospitaal in Fontgombault aan TBC en een longontsteking. Hij werd daar initieel ook begraven. Hij werd herbegraven in 1983 in Saint Anne D'Auray in Bretagne. Mijn grootvader Gustave overleefde de oorlog. EERSTE BRIEF Front 30-03-1918 Teerbeminde Broeder Maurice, Met vreugde kom ik uw schoone kaart te ontvangen waarin ik zie dat gij mij een gelukkigen hoogdag wenst. Nu Broeder, ik wens u ook een gelukkigen hoogdag, maar het ware nog beter dat er den oorlog mee gedaan was. Ik denk dat dit offensief de oorlog veel zal verkorten. Gij schrijft mij dat gij ook in die veldslag hebt gezeten. Wij waren ook juist in zo een bombardement. We moesten gasmaskers dragen want zij schoten met gasobussen en er zijn veel jongens door gepakt en er sterven er nog iedere dag van. Ik ben er ook met veel geluk vanaf gekomen want voor mij werd er een jongen doodgeschoten en achter mij ene geblesseerd door een obus. S’anderendaags ùoesten wij weer gasmaskers dragen en wij lagen achter een bajoe en wij konden niet meer weg uit het bombardement. Wij moesten wachten totdat het bombardement was afgelopen en toen was het al 08h00 s’morgens en dus schone klaar. Daarna moesten we één voor één weglopen. Gelukkig zijn we dan niet meer gebombardeerd geworden. Het is nu veel verstild in onze sector maar ze doen hier bijna alle dagen een aanval bij ons. Bij het 11de Linie hebben ze aangevallen en ze hadden 26 soldaten en 1 officier mee en den Duits heeft geen schot gelost. Ik denk wel broeder dat het bij jullie ook verstild is, want wij horen het hier goed als er in Diksmuide iets gebeurt. Nu broeder, ik heb naar Hol---nd (Holland, Hollain)naar Moens en hij heeft mij het portret gestuurd van zijn vrouw, onze zuster, met de 4 kinderen en hij heeft mij zijn portret ook al gestuurd terwijl ik in de Transas was en Julien Verhelle heeft zijn portret ook af gezonden. Nu broeder ik weet niet of jij ze ook hebt gehad of niet, maar als ge ze eens wilt hebben zal ik ze u eens opsturen, maar hij zou graag die van zijn vrouw terugwillen maar ik denk van ze bij te houden. Nu dus broeder ge moet mij maar schrijven als ge ze wilt hebben. Nu broeder tot later. Vriendelijk gegroet, Gustaaf Naert Hoogdag: Pasen viel op 31/03/1918 Bajoe: Van het franse woord Boyau = loopgraaf Transas: Trenches (Engels), Tranchée (Frans) = loopgraven of transes = benauwd zitten TWEEDE BRIEF Zondag 05-05-1918 Broeder Maurice, Met vreugde kom ik u een briefje te schrijven dat ik uw brief ontvangen heb. Nu broeder, ik ben gisteren kortbij uw compagnie geweest, maar ik had geen geluk. Ge waart juist 2 dagen weg naar de kolonne en door het feit dat Vandeneed u niet gezien had, dacht ik dat gij weg zou zijn naar Frankrijk. Ik durfde niet meer verder komen naar Leisele. Wij liggen in Westvleteren en ik was al zover, daarmee dorst ik niet meer verder te komen. Nu broeder, ik heb uwen monter (uw horloge) doen opsturen van die jongen van Gothem die je ook goed kent per-recommandee (aangetekend). Ik heb hem betaald, maar Maurice, als gij ze moet vooruitzetten moet ge er een beetje aan trekken, maar niet te fors. Gij hebt het nog niet seffens vast hoe dat in zijn haak zit. Gij draait er een beetje aan tegen dat gij het vindt. Als ge er door geraakt moet ge mij seffens schrijven en als ge die orlogie (horloge) ontvangen hebt, laat het mij dan ook weten. Ik had u geiren gezien gehad. Ik had u nog geiren wat geld gegeven. Ge moet niet bang zijn om te vragen zulle. Ik zal er u nog 50 opsturen als ge wilt. Ik heb nu geld genoeg. Van als ge in Frankrijk zijt is alles diere (duur), bijzondere tabak. Ge moet zien dat gij uw gerief meedoet. Hiet is het adres van Modest Naert. Z 263 = 6 Comp. Dat is het 6de Saseurs (Chaseurs = Jagers (te voet)) en zij liggen aan de Leon Belge . Gij weet het wel zeker. Nu broeder, ge moet er eens naar schrijven. Nu broeder, Vriendelijk gegroet, Uwen broeder, Gustave Naert Leon Belge = “Kantonnement Lion Belge” nabij Oost-Vleteren (verder achter de frontlinie) waar afgeloste soldaten een korte periode kwamen uitrusten. DERDE BRIEF Front 10-05-1918 Teerbeminden Broeder Maurice, Met vreugde kom ik uw schone brief te ontvangen waarin ik zie dat gij in het hospitaal zijt. Nu broeder, gij schrijft mij dat gij bronchitis hebt, nu broeder, ge moet u warm houden. Ge zoudt daar anders lang kunnen mee sukkelen en dikwijls kunnen hervallen. Je moet de dokter iets vragen voor uwen asem. Nu broeder, ik heb u reeds een brief geschreven met 5 frank in, en als ge die horloge ontvangt, moet ge mij dat seffens laten weten. Nu broeder,gij moet u ook eens laten horen. Onze cozes (kozijn – neef) zal het opsturen naar ons huis. Ik heb hem ook een horloge gegeven en nog 50 frank erbij van welgezindheid omdat hij ons zulk een groot plezier gaat doen. En als ik eens nieuws krijg, ga ik dan wat geld opsturen naar mijn vrouw. Broeder, als ge wat tekort komt, ge moet het maar vragen. Ik weet wel dat in Frankrijk alles duur is. Maar ge weet wel als ik wat heb, broeder, dat ik u niet vergeet. Wij zijn maar met ons tweëen bij den troep en ik ben geen beest. Als ik wat heb, denk ik aan heel onze familie. Ik zou alles weggeven,gij weet dat ik de goedheid zelve ben. Gij weet het, nietwaar broeder, dat ik iedereen zou helpen die in nood zit en dat ik niemand kan zien sukkelen. Ik heb pertank ook lang gesukkeld, maar broeder, gij hebt mij ook nog geholpen, ik ben dat ook nog niet vergeten hoor; Nu broeder, tot later. Uwen broeder, Gustaef Naert.