PH075 Bratři Jan a Rudolf Václavovi
Fotografie, zápisníky a korespondence bratrů Rudolfa a Jana Václavových
Bratři Jan a Rudolf Václavovi pocházeli z Hrotovic u Moravského Krumlova, jejich maminka Františka byla švadlena, tatínek Ignác jezdil s koňmi v zahradnictví. Sourozenci podle data narození: František, Rudolf (1893), Jan (1895), Žofie, Stanislav a Karel. Všichni byli zruční, výtvarně nadaní. Rodina byla věřící, římskokatolického vyznání.
Nejstarší bratr František nenarukoval a po válce zemřel na španělskou chřipku.
Rudolf Václav narukoval v roce 1915 v Brně, sloužil u dragounů. Povolávací rozkaz do války ho zastihl na cestě za prací po Rakousku a Švýcarsku. Dostal se do zajetí v Rusku ve Viatce, vrátil se až dlouho po skončení války. Zápisník, který si celou dobu psal, mu ukradli ve vlaku na zpáteční cestě z Ruska. Po válce pracoval u policie, sloužil na Podkarpatské Rusi, poté vystudoval práva v Bratislavě, velel četnictvu v Luhačovicích a poté v Brně. Měl jednu dceru a syna, který zemřel v dětském věku, dcera děti neměla. Po roce 1948 odešel z funkce a pracoval v továrně. Byl to Sokol, rád jezdil na koni, povahou byl optimista.
Jan Václav narukoval v roce 1915 v Brně, sloužil v praporu polních myslivců č. 25. Byl citlivý a výtvarně nadaný, před válkou se učil v Praze na Vinohradech knihařem, podle přání rodičů měl pak převzít hospodářství. Ve válce byl víckrát lehce raněn, domů posílal na vyprání mundury plné vší. Několikrát byl doma na dovolené, jednou vzal maminku v Brně do divadla. Také těsně před koncem války byl doma, rodina ho přemlouvala, ať se schová doma a už se do války nevrací, ale vrátil se a 13. 6. 1918 byl zabit v bitvě v průsmyku Passo Tonale.
CONTRIBUTOR
Jana Olivová
DATE
1915 - 1918
LANGUAGE
ces
ITEMS
252
INSTITUTION
Europeana 1914-1918
PROGRESS
METADATA
Discover Similar Stories
PH009 Jan a Matouš Křepelovi | fotografie bratrů
25 Items
Bratři Křepelovi, rakousko-uherská armáda, vojenský farář, fotografie || Fotografická pozůstalost bratří sloužících na východní frontě v rakousko-uherské armádě. Jan byl vojenským farářem, jeho bratr Matouš řadovým vojákem.
Jan Smal
4 Items
Jan Smal, geboren 10-03-1892 te Oterleek (N.H.) Hij sloot zich aan bij de Vrijwillige Landstorm, waarschijnlijk in Amsterdam. De erepenning kreeg hij na de oorlog.
Jan Baptist Vermaelen
2 Items
Jan-Baptist Vermaelen werd geboren te Nieuwrode op 30 oktober 1861. Hij was de zoon van Petrus Franciscus Vermaelen en Anna Catharina Wuyts. Zijn vader overleed op 17 juli 1891 en zijn moeder op 20 februari 1898. Hij trouwde met Maria Ringoir en samen hadden ze 5 kinderen. Maria werd geboren te Brussel op 3 januari 1862. Jan Baptist was landbouwer van beroep en hij woonde in de kluisstraat te Nieuwrode (gehucht Rot) op de grens met Gelrode. Enkele kinderen gingen reeds voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werken bij gegoede families. Zijn dochter Philomena werkte te Schaarbeek en haar zus was naaister op het kasteel van de hertog van Arenberg te Heverlee. Eind juli 1914 werd de mobilisatie afgekondigd. De mannen van zijn dochters Philomena en Maria-Celina werden onder de wapens geroepen. Na het uitbreken van de oorlog waren de Duitse troepen vlug in het Hageland. Daar maakten ze heel wat burgerslachtoffers. Uit angst vluchtte Jan-Baptist weg en verstopte zich in de bossen tussen Gelrode en Nieuwrode. Maar de Duitsers kamden het gehucht grondig uit. Jan Baptist en andere inwoners van Nieuwrode werden opgepakt en met 3 aan elkaar vastgebonden. De gevangenen werden meegenomen naar het kerkhof van Gelrode. Daar moesten ze in de brandende zon wachten tot het avond werd. Nadien werden ze in de kerk opgesloten. Gelrode wordt op dat moment bezet door het 162ste Pruisische regiment. In de kerk zaten al verschillende mensen opgesloten en op 27 augustus startten willekeurige executies. De overlevenden moesten vervolgens een lange en verschrikkelijke voettocht ondernemen tot in Nossegem. Onderweg trekken ze langs brandende huizen in Herent. Ondanks de brandende zon krijgen de gevangen eten noch drinken. In dat station stonden goederentreinen op hen te wachten en na een lange treinrit van 46 uur door België en Duitsland kwamen de overlevenden aan in Munster. Munster is een stad in Hannover – Duitsland. Op 2 september worden alle gevangenen, nadat ze wat brood en soep gekregen hebben, berooft van hun bezittingen. Horloges, kettingen en ringen worden afgerukt. De Duitsers waren niet voorzien om gevangenen te huisvesten. Jan-Baptist werd in Munster ondergebracht in een oud legerkamp. Deze barakken stonden leeg omdat de meeste soldaten aan front waren. Er werden ook bijkomende tenten geplaatst. Ze wisten ook niets van het verdere verloop van de oorlog en ook vernamen ze bijna niets van hun familie in België. De meeste gevangenen bezaten geen geld en aangepaste kleding. Vaak werden deze mensen ingezet voor het rooien van bomen, om te werken in de zoutmijnen of als goedkope hulpkracht bij een grote landbouwer in de streek. De gevangenen werden ook regelmatig mishandeld en leden vele ontberingen. De weggevoerden die geen kracht meer hadden om verder te werken werden terug naar België gestuurd. Op 31 januari wordt Jan-Baptist in vrijheid gesteld en kan hij weer naar Nieuwrode terugkeren. Na de Eerste Wereldoorlog moet Jan-Baptist een lange administratieve weg doorlopen om een schadevergoeding te krijgen. Aangezien hij analfabeet was kreeg hij hulp van de burgemeester van Nieuwrode bij in het invullen van de nodige documenten. Na de uitspraak van de rechtbank krijgt hij ongeveer 4 euro schadevergoeding. Jan-Baptist was lid van de wekelijkse kruisweg en van de levende rozenkrans. Na de dood van zijn vrouw op 16 maart 1939 komt Jan-Baptist bij zijn dochter Philomena te Gelrode wonen. Hij overlijdt er op 18 mei 1953.