Transcribe

Een verhaal van de andere zijde familie Bredée

Dit verhaal gaat over de familie van liaen Bredée. Haar moeder was Marianne Schleusing die in 1899 geboren werd in Leipzig. Zij had een relatie met een zekere Walter Kohler, een zoon van een welgestelde familie. Ze hadden de afspraak om na de oorlog te trouwen. De familie was hier tegen, aangezien zij van een lagere middenklasse familie kwam. Haar vader was leerkracht op een school met gehandicapte kinderen. Toen Walter een week vakantie had, kwam hij haar niet bezoeken waarop de familie haar aanmoedigde om de relatie via briefwisseling te beëindigen. Zij kreeg daarop het antwoord dat hij wel langs was gekomen, maar dat er niemand thuis was. Ze probeerde de brokken nog te lijmen met een nieuwe brief, maar deze is waarschijnlijk nooit aangekomen. Het volgende nieuws dat Marianne over Walter kreeg is dat hij op 23- jarige leeftijd gestorven is. Marianne werkte vervolgens als gouvernante bij een rijke familie in Zweden. Waar ze werd ontslagen in 1921 omdat ze te lang verlof vroeg en dat werd geweigerd. Vervolgens deed ze hetzelfde werk in 1924 bij Baron van Steenwijck in Breda. Daar ontmoete ze haar toekomstige echtgenoot Nick van Ginckel, een vertegenwoordiger van de Hero Fabriek, waarmee ze in 1929 trouwde.

Show More
 
 
 
 

CONTRIBUTOR

liaen Bredeé

DATE

1899 - 1929

LANGUAGE

nld

ITEMS

1

INSTITUTION

Europeana 1914-1918

PROGRESS

START DATE
TRANSCRIBERS
CHARACTERS
LOCATIONS
ENRICHMENTS

Generating story statistics and calculating story completion status!

METADATA

Source

UGC

Contributor

europeana19141918:agent/4032708187a3a271009b64c002103ba7

Date

1929
1899

Type

Story

Language

nld
Nederlands

Country

Europe

DataProvider

Europeana 1914-1918

Provider

Europeana 1914-1918

Year

1899
1929

DatasetName

2020601_Ag_ErsterWeltkrieg_EU

Begin

1899

End

1929

Language

mul

Agent

liaen Bredeé | europeana19141918:agent/4032708187a3a271009b64c002103ba7
Walter Kohler | europeana19141918:agent/57b8f232252a7ebf802abe1fd416e136
Marianne Schleussingen | europeana19141918:agent/89fda5feb1e46418d65574fc2148936a

Created

2019-09-11T08:46:40.175Z
2020-02-25T08:56:54.831Z
2013-04-21 13:54:10 UTC
2013-04-30 09:23:12 UTC

Provenance

AN21

Record ID

/2020601/https___1914_1918_europeana_eu_contributions_5317

Discover Similar Stories

 
 
 
 

Een klein verhaal ...

1 Item

In 2003 moesten wij het huis leegruimen van een ongetrouwde tante en oom, die waren overleden. Zij woonden nog in het ouderlijk huis, dat na hun overlijden verkocht moest worden. Onder de inboedel troffen wij een houten kistje aan met daarin een heleboel foto's en brieven. Waaronder enkele die betrekking hadden op de periode dat mijn opa was opgeroepen om als militair te dienen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Nederland hield zich buiten het conflict, maar kreeg wel te maken met mobilisatie en de opvang van oorlogsvluchtelingen. Mijn opa Caspar Gerard Francois (roepnaam Sjir) Willems was op 11 mei 1895 geboren in het Nederlands-Limburgse plaatsje Houthem-Sint Gerlach. In 1915 werd hij als dienstplichtig militair opgeroepen. Op 3 mei 1915 stuurde hij een ansichtkaart naar zijn zus Marie Willems en zijn vader Petrus Willems, op dat moment wethouder te Houthem. Hij schrijft: Beste Marie, Ziehier een klein kiekje. Vergelijk het eens met een ander portret en je zult er veel verschil in opmerken. Die kleine er op ligt bij ons in de kamer en is de kleinste soldaat van het heele leger. Uw Broer Gerard Op 24 mei 1915 schrijft zijn moeder hem een briefje. Beste Gerard, Vooreerst mijn dank voor het lekkers wat gij mij op mijn naamfeest gezonden hebt, het was heerlijk. Hierbij zend ik u een stukje van de koek der meisjes, verder een beetje vleesch en een paar centen. Veel kan er tegenwoordig niet af, ik kan niet van huis, omdat Marie de heele dag bij mej. Curfs is waar men sedert een paar dagen een kleine jongen heeft gebracht. Ik hoop dat ge alles in de beste gezondheid zult ontvangen en als de wasch nog eens komt, hopen wij dat gij ze zelf persoonlijk zult brengen want wat is het toch lang geleden dat we ons niet meer gezien hebben. Nu lieve Gerard houd je goed en braaf. God geve dat ge spoedig verlof krijgt. Vele groeten van vader en van M. en A., ook van bij Curfs. In haast, je Moeder. De sigaren zijn van vader. Op 17-09-1915 volgt een kaart vanaf Mobilisatiekamp Waalsdorp II, maar de tekst op de achterzijde is niet leesbaar, het lijken wel (verminkte) codes. Op 12-09-1915 ontvangt Sjir een kaart van een kameraad Th. Duijkers, vanuit Amersfoort. De tekst op de achterzijde luidt: Beste Vriend. Zoo ik niet meer aan gedacht hebt u ook niets van mij ontvangen. Ik ben verlof geweest en heb de groeten van Mieke meegebracht. Hopende gaan wij zondag weer. Vele groet van Uwen vriend Th. Duijkers 9 inf brigade .... bataljon Amersfoort. Op de ansichtkaart staat een foto van de Kapelle van het Landsturm-Bataillon Rheydt. Die keuze is niet toevallig, want Gerard speelt als muzikant bij de plaatselijke fanfare Sint Gerlach. Op een ongedateerde foto zien we hem temidden van andere militaire muzikanten. Dan is er een periode waarover we verder geen documenten hebben gevonden. Waarschijnlijk is hij een tijdlang thuis geweest, maar in 1918 is hij in ieder geval weer onder de wapenen. Dat weten wij uit een brief, die enkele bestuursleden van de fanfare Sint Gerlach op 1 januari 1918 richtten aan de legerleiding. De brieftekst luidt als volgt: Weledelgestrenge Heer, Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, ondergeteekende, secretaris der fanfare Sint Gerlach. Dat de milicien Korporaal G. Willems van Uwe Compagnie, werkend lid van bovengenoemde vereeniging en een onzer beste krachten is. Dat genoemde korporaal voor zijn overgang naar de Kaderopleiding twee jaar bij het Militaire Muziekcorps van I Bat. 23 RJ is geweest en dat onze vereeniging al dien tijd een instrument voor de mil. muziek kosteloos heeft beschikbaar gesteld. Dat hier op 5 en 6 Januari de gewone winteruitvoeringen der vereeniging worden gehouden om 5 uur namiddags. Dat de aanwezigheid van genoemden korporaal voor onze vereeniging en het welslagen der uitvoeringen zeer wenschelijk is. Redenen waarom ondergeteekenden, President en Secretaris, Uw Weledelgestrenge beleefd verzoeken den korporaal G. Willems een zoodanig verlof te verleenen, dat hij op Zaterdag en Zondag resp. 5 en 6 Januari zijn medewerking kan verleenen. Hopende op verwezenlijking van ons verzoek teekenen wij met de meeste Hoogachting. Namens het bestuur der Fanfare St Gerlach De President Alfons van Kesteren , oud wethouder; de secretaris J. Curfs Uiteindelijk kreeg hij permissie om op zondag 6 januari te gaan, op maandag moest hij weer terugkeren. Bij de Kaderschool was er geen bezwaar tegen twee dagen verlof. Op 29-03-1918 stuurt hij een kaartje vanuit Sint Kluis, aan zijn ouders. Hierbij een kiekje van ons kamp. J. Reintjens is met verlof, die heb ik het request meegegeven. Wil svp spoedig voor advies zorgen en het dan aan mijn adres terugsturen. Mijn hoop om met Paschen thuis te zijn zal echter niet verwezenlijkt worden. Marie heb ik ook een kaart gestuurd. Na u allen nog een Zalig Paschfeest gewenscht te hebben, verblijf ik uw l.h. zoon, Gerard. Van een van zijn dienstmakkers is een foto bewaard gebleven, daarop zijn naam Jozef van der Laar en een adres, de straatnaam is niet volledig leesbaar, vermoedelijk Kersstraat 25 te Utrecht. Hij schrijft hem op 28 mei 1918 een kort briefje : Amice, Hierbij mijn geheel lichaam. Ik hoor niets meer van u. Ontvang de meeste groetten, Jos van de Laar 23 R J I Bat 1 in Zeeland. Daarna eindigen de oorlogswedervaardigheden uit WO I van mijn opa.

Go to:
 
 
 
 

Het verhaal achter een foto.

1 Item

Martin Hestermans uit Tongeren was soldaat-brancardier bij het 13de linieregiment. Uit zijn persoonlijk archief komt een foto waarop Martin te zien is die een gewonde op een draagbaar helpt te verzorgen. Ze bevinden zich in een nis bij de loopgraven. Rondom kijken militairen, waaronder officieren, ontspannen en rechtopstaand toe. Jeanne Hestermans, de dochter van Martin, vertelt het verhaal achter de foto van deze gewonde soldaat. Het is naar het einde van de oorlog. De Belgische en Duitse troepen lagen op slechts enkele meters van mekaar ingegraven. Wanneer het rustig was, werden de Belgen op regelmatige tijdstippen door de veldkeuken bevoorraad met soep en brood. Om de Duitsers op stang te jagen, staken soldaten een homp brood op hun bajonet en zwaaiden hiermee naar de overkant. Dit werd enkele dagen achter mekaar herhaald. Maar op een zekere dag beantwoordden de Duitsers dit gebaar echter met een granaat. Een makker werd zwaar aan de borst geraakt. Na elementaire verzorging werd de soldaat naar het veldhospitaal gebracht. Een adjudant legde dit alles op foto vast. Zo kunnen we zien dat Martin Hestermans (rechts met rode kruis armband), samen met een geneesheer (links knielend), de gewonde 'grapjas' elementair verzorgen en zijn borstwonde verbinden. || Foto van Martin Hestermans in loopgraven terwijl ze een gewonde op een draagbaar verbinden.

Go to: