Het kistje van soldaat Jan Baptist Verstraelen
foto's, Medailles, rozenkransen/ paternosters, luciferhouders, doodsprentje
Soldaat aan de Yzer (3de Regiment van de Karabiniers 1918)
Jan Baptist Verstraelen moet een gelovig man geweest zijn. In zijn bezit waren verschillende rozenkransen die hij in een ijzeren kist met slot bewaarde. Voor vele soldaten was hun geloof een strohalm om zich aan vast te klampen tijdens hun dagen in de loopgrachten.
Om hun lucifers te beschermen werden verschillende modellen van luciferhulzen vervaardigd.
CONTRIBUTOR
Bert Van den Heuvel
DATE
1914 - 1918
LANGUAGE
nld
ITEMS
46
INSTITUTION
Europeana 1914-1918
PROGRESS
METADATA
Discover Similar Stories
Jan Baptist Van Damme.
19 Items
- familiealbum || Het verhaal betreft het fotoalbum van grootvader Jan Baptist Van Damme. De zoon van Jan Baptist was eigenaar van een stootkarrenfabriek.
Houten kistje gekregen van een Belgische soldaat
5 Items
Mijn grootvader Berthus Maas kreeg dit ingelegde houten kistje van een Belgische soldaat rond 1914-1916. Deze vluchteling was geinterneerd in een kamp in Scheveningen bij de Pomstationsweg. Mijn grootvader woonde destijds in de buurt op de Stevinstraat 62. Mijn moeder kreeg dit kistje van haar vader en zij schonk het weer aan mij. Het prachtig bewerkte kistje staat reeds een hele tijd bij mij in de kast en ik bewaar het zorgvuldig. || || Nederlands || Română || Refugees || Western Front || Prachtig bewerkt en ingelegd houten kistje of spaarpot. Dit kistje is vervaardigd door een Belgische soldaat die geinterneerd was in een kamp in Scheveningen aan de Pompstationsweg. Op de bovenkant van het kistje is de tekst te lezen Herinnering aan den Oorlog 1914-1916 van een Belgisch Soldaat. || Belgische soldaat in Nederland || Prisoners of War || Kistje vervaardigd door Belgische soldaat || Memorabilia || 52.10228189999999,4.302103299999999 || Remembrance
Jan Baptist Vermaelen
2 Items
Jan-Baptist Vermaelen werd geboren te Nieuwrode op 30 oktober 1861. Hij was de zoon van Petrus Franciscus Vermaelen en Anna Catharina Wuyts. Zijn vader overleed op 17 juli 1891 en zijn moeder op 20 februari 1898. Hij trouwde met Maria Ringoir en samen hadden ze 5 kinderen. Maria werd geboren te Brussel op 3 januari 1862. Jan Baptist was landbouwer van beroep en hij woonde in de kluisstraat te Nieuwrode (gehucht Rot) op de grens met Gelrode. Enkele kinderen gingen reeds voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werken bij gegoede families. Zijn dochter Philomena werkte te Schaarbeek en haar zus was naaister op het kasteel van de hertog van Arenberg te Heverlee. Eind juli 1914 werd de mobilisatie afgekondigd. De mannen van zijn dochters Philomena en Maria-Celina werden onder de wapens geroepen. Na het uitbreken van de oorlog waren de Duitse troepen vlug in het Hageland. Daar maakten ze heel wat burgerslachtoffers. Uit angst vluchtte Jan-Baptist weg en verstopte zich in de bossen tussen Gelrode en Nieuwrode. Maar de Duitsers kamden het gehucht grondig uit. Jan Baptist en andere inwoners van Nieuwrode werden opgepakt en met 3 aan elkaar vastgebonden. De gevangenen werden meegenomen naar het kerkhof van Gelrode. Daar moesten ze in de brandende zon wachten tot het avond werd. Nadien werden ze in de kerk opgesloten. Gelrode wordt op dat moment bezet door het 162ste Pruisische regiment. In de kerk zaten al verschillende mensen opgesloten en op 27 augustus startten willekeurige executies. De overlevenden moesten vervolgens een lange en verschrikkelijke voettocht ondernemen tot in Nossegem. Onderweg trekken ze langs brandende huizen in Herent. Ondanks de brandende zon krijgen de gevangen eten noch drinken. In dat station stonden goederentreinen op hen te wachten en na een lange treinrit van 46 uur door België en Duitsland kwamen de overlevenden aan in Munster. Munster is een stad in Hannover – Duitsland. Op 2 september worden alle gevangenen, nadat ze wat brood en soep gekregen hebben, berooft van hun bezittingen. Horloges, kettingen en ringen worden afgerukt. De Duitsers waren niet voorzien om gevangenen te huisvesten. Jan-Baptist werd in Munster ondergebracht in een oud legerkamp. Deze barakken stonden leeg omdat de meeste soldaten aan front waren. Er werden ook bijkomende tenten geplaatst. Ze wisten ook niets van het verdere verloop van de oorlog en ook vernamen ze bijna niets van hun familie in België. De meeste gevangenen bezaten geen geld en aangepaste kleding. Vaak werden deze mensen ingezet voor het rooien van bomen, om te werken in de zoutmijnen of als goedkope hulpkracht bij een grote landbouwer in de streek. De gevangenen werden ook regelmatig mishandeld en leden vele ontberingen. De weggevoerden die geen kracht meer hadden om verder te werken werden terug naar België gestuurd. Op 31 januari wordt Jan-Baptist in vrijheid gesteld en kan hij weer naar Nieuwrode terugkeren. Na de Eerste Wereldoorlog moet Jan-Baptist een lange administratieve weg doorlopen om een schadevergoeding te krijgen. Aangezien hij analfabeet was kreeg hij hulp van de burgemeester van Nieuwrode bij in het invullen van de nodige documenten. Na de uitspraak van de rechtbank krijgt hij ongeveer 4 euro schadevergoeding. Jan-Baptist was lid van de wekelijkse kruisweg en van de levende rozenkrans. Na de dood van zijn vrouw op 16 maart 1939 komt Jan-Baptist bij zijn dochter Philomena te Gelrode wonen. Hij overlijdt er op 18 mei 1953.