Op 4 juni 1891 des namiddags om half acht werd Willem geboren in de Haarlemmermeer, als eerste kind van Dirk Johannes Bijl en Petronella Dalm. Een gezonde baby met bloedgroep 0 (+). Vader Dirk was dan werkzaam op de Maria Hoeve, een boerderij gelegen aan de Sloterweg nr. 90 (oud nummer) bij de Vijfhuizerweg. Deze boerderij werd afgebroken in 1973 t.g.v. de uitbreiding van Schiphol. Willem werd in 1891 gedoopt in de N.H. kerk te Hoofddorp, Hooftvaart 774. In 1902 verhuisde de familie naar Vijfhuizen, alwaar vader Dirk een huis had gekocht, Kromme Spieringweg 319. De laatste jaren van zijn Lagere Schoolperiode zat Willem op de school Spieringweg 438 te Vijfhuizen. Onduidelijk is of hij daarna nog middelbaar onderwijs heeft genoten, dan wel dat hij zijn vader moest helpen op de aspergevelden. Op 1 oktober 1907 trad Willem in dienst bij Eisen & Stahlwert Hoesch te Dortmund, Duitsland, waar hij werkzaam was als machinebankwerker tot augustus 1910, waarna hij promoveerde tot machinist. Op 31 oktober 1912 nam Willem ontslag. Het getuigschrift vermeldt, dat men met zijn gedrag en prestaties zeer tevreden was. Vervolgens is Willem naar Berlijn gegaan waar hij in dienst trad bij de Mercedes Benz-fabrieken. Door het volgen van cursussen op een avondschool vermeerderde zijn technische kennis. Bij Mercedes werkte hij aan het assembleren van auto's. Later moest hij auto's testen en proefrijden. Inmiddels was in 1910 in Nederland de loting gehouden voor de Nationale Militie lichting 1911. Willem was dan werkzaam in Duitsland en hij verzocht de Gemeente-Secretarie te Amsterdam hem te informen, welk nummer voor hem was getrokken. Het antwoord luidde, dat hij nummer 5629 had gekregen en dat hij zo goed als zeker vrijgeloot was. Aldus bleef Willem in Duitsland werkzaam. De situatie veranderde door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914. In Nederland vond de mobilisatie plaats en dus werd Willem dienstplichtig. De oproep heeft hem waarschijnlijk nooit bereikt. Bij terugkeer in Nederland bemerkte Willem dat hij geregistreerd stond als deserteur. Op aanraden van zijn oom Willem Adrianus Bijl (X-A318) ging hij zich op 1 mei 1916 vrijwillig melden en werd hij ingedeeld bij de Landweer. De Landweer werd in Nederland in 1901 ingesteld en diende om het leger te versterken. In 1914 werd de Landweer gebruikt voor bezetting en grens- en kustwacht. Willem werd gelegerd in Zeeland. Een getuigschrift, opgemaakt te Middelburg d.d. 15 maart 1919 door het Commando Zeeland - Centrale Rijwielherstelplaats vermeldt, dat Willem in dit commando belast was met het directe toezicht op de werkplaats. Gedurende de periode van juli 1918 tot maart 1919 heeft hij, volgens de commandant, tot volle tevredenheid de hem opgedragen taken uitgevoerd. Op 24 maart 1919 werd hij ingeschreven te Amsterdam, alwaar hij op 1 november 1919 gedemobiliseerd werd. Een verklaring, afgegeven door de Commandant der Compagnie te Haarlem, gedateerd 28 juni 1921 bevestigt dat Willem Bijl niet gezien werd als een deserteur, aangezien hij later aan de verplichtingen heeft voldaan. En hiermee zou de Zeelandperiode afgesloten kunnen worden, ware het niet dat hij het Zeeuwse meisje had ontmoet! || || Photograph || Willem Marinus Bijl || || Rijbewijs Willem Marinus Bijl || Official document || || Willem Marinus Bijl || Photograph

Karl Grabenhorst wurde am 16. Oktober 1896 in Neustadt am Rübenberge geboren. Er absolvierte an der Humboldtschule Hannover seine schulische Ausbildung und schloss diese im Jahr 1915 ab. Kurz danach trat er bei der 2. Kompanie des 1. Bataillons vom 4. Matrosenregiment (MR 4 Flandern) in den Heeresdienst ein und wurde an die Westfront nach Belgien beordert. Grabenhorst wurde zum Leutnant und Ordonnanzoffizier befördert. Zu seinen Stationen zählen u.a. Brügge, Lombartzyde und Ostende. Im Jahr 1919 schied er aus der Armee aus. Im Jahr 1922 schloss er sein Hochbaustudium an der Technischen Hochschule Hannover mit dem Diplom ab und wurde im Anschluss Assistent am Lehrstuhl für Baukunst der Antike. Mit Auszeichnung legte er die Staatsprüfung zum Regierungsbaumeister im Jahr 1925 ab. Bis 1928 arbeitete er im Preußischen Staatshochbauamt in Hannover, ehe er ins Preußische Hochschulbauamt wechselte. Während dieser Zeit leitete er zusammen mit Franz Erich Kassbaum den Bau der Turnhalle und Mensa der Tierärztlichen Hochschule Hannover, welche 1930 errichtet wurden und seit 1987 unter Denkmalschutz stehen. 1930 wurde er zum Regierungsbaurat ernannt und war Vorstand des Preußischen Neubauamts in Erfurt bis 1932. Daran anschließend hielt er denselben Posten bis 1934 im Preußischen Staatshochbauamts in Stargard/Pommern inne. 1934 ging er nach Weilburg an der Lahn und arbeitete dort im Preußischen Neubauamt. Bereits im selben Jahr führte er die Bauleitung zur Wiederherstellung des Windhofs in Weilburg an der Lahn. Am 01. Februar 1943 wurde er im Zuge seiner Ernennung zum Ministerialrat nach Berlin in das Reichsfinanzministerium berufen. Nach seiner Verwundung während seines Heeresdienstes im Zweiten Weltkrieg unterrichtete er verwundete Offiziere. Es folgten Anstellungen als Dozent an der TH Hannover und als Stadtbaudirektor in Göttingen. Im Jahr 1961 wurde Grabenhorst pensioniert und starb am 24. Juli 1983 in Göttingen. || Aufnahmen aus Schore (Grabenhorst schreibt den Ort: Schoore) in Belgien aus dem Jahr 1917: (1) Kirche von Schoore Herbst 17. (2) ohne Bezeichnung, Kanalansicht (3) Kirche in Schoore. Aug. 17.

Dagboeken later uitgeschreven In de jaren 50 en 60 is het verhaal helemaal uitgetypt en de verhalen zijn toen uitgedeeld in de familie. Bij de originele handschriften zijn er nog andere documenten zoals de verlofbriefjes en dergelijke. Het papier was schaars en hij schreef zeer klein over zijn diensttijd. Briekaart van zijn moeder, zij waren destijds verloofd. Op een kaart schrijft zij over een granaatinval in Nederland. 14de regiment infanterie, derde bataljon, derde compagnie. Marinus Wandel. Nieuwekerk in Zeeland. Hij is vier jaar lang gemobiliseerd geweest, van 1914 tot het einde. Oproep uit de burgemeester van Nieuwekerk. De loting zit erbij dat hij werd ingeloot om gemobiliseerd te worden, zijn broer werd uitgeloot. Het hele werk is tijdens de oorlog genoteerd. Zijn ontslagbrief van de militaire dienst. Hij heeft geprobeerd om de handtekening van de koningin te krijgen op het uitgetypte werk. Dat mocht niet en alle afwijzingsbrieven zijn erbij gevoegd. Uiteindelijk wel de brief van de secretaris van de koningin . Zijn boek is uiteindelijk wel in de bibliotheek van de koningin gekomen of in de provinciale bibliotheek van Zeeland. Over de ansichtkaarten van de Belgisch Franse broers is een film gemaakt. De film kunt u vinden op Vimio.com. Film Paul Glazier, de film hierover is genoemd Aan Louise.