Deel van een heldenzerk.
Het verhaal betreft een bewaard object, zijnde een stenen Keltisch kruis, waaronder gesneuvelde soldaten werden begraven. Van dit object blijft enkel de kop over van een heldenzerk uit Diksmuide. De vader van de heer Duerinck heeft het restant uit Diksmuide meegebracht, na de dynamitering van de IJzertoren in 1946.
- brokstuk
CREATOR
DATE
-
LANGUAGE
nld
ITEMS
1
INSTITUTION
Europeana 1914-1918
PROGRESS
METADATA
Discover Similar Stories
Een schilderij van een persoon in legeruniform
1 Item
Een schilderij van een persoon in legeruniform. Afmetingen: 27 x 27,5. Deelneemster Marie Chrsitine Derycke is actief in vaderlandslievende verenigingen en beschikt nog over andere historische voorwerpen (foto’s koningin Astrid, koning Boudewijn). Ze heeft dit schilderij verkregen via bekenden.
Dagboek van een vluchteling
18 Items
Verhaal van vluchtelingen afkomstig van Aalst. Mevrouw Van Wichelen-van de Steene, met één van haar dochters, verpleegster bij het Rode Kruis, en de meid (Augusta) vluchten naar London. De reis verloopt via Gent en Brugge naar de kust (eerst Oostende?) en uiteindelijk naar Oostduinkerke. Dan gaat het via De Panne naar Calais waar de oversteek wordt gemaakt naar Engeland. Eerst in London, later naar Windsor en daarna terug naar London. Het dagboek is deels losbladig, deels in schriftjes en deels op kaartjes die werden gevonden in The Salisbury Hotel in Londen. Dit dagboek bestrijkt de hele periode van 1 augustus 1914 tot 3 juni 1919. De documenten werden gevonden op de zolder van de grootouders van Ivan De Jonghe. || Dagboek, deels losbladig, deels in schriftjes en deels op kaartjes. || || Remembrance || Dagboek van Belgische vluchtelingen, in Vlaanderen en Engeland. || dagboek vluchteling || Book || Women
Dood van een dienstbode.
1 Item
Gedachtenisprent voor Prudentia De Picker en een herinneringsfoto van het gezin Mieras uit Wemeldinge. Dina en Cornelia Mieras trachtten de leefomstandigheden van de vluchtelingen te verbeteren. || Helena Jacobs was nauwelijks zes in 1914. Maar zij kende het verhaal van het overlijden van haar tante Prudentia. Maria Prudentia De Picker (Zele) was 60 jaar en een ongetrouwde dienstbode in Dendermonde. Begin oktober 1914 vluchtte zij samen met haar familieleden te voet vanuit Zele over Lokeren naar Nederland. De groep bestond uit haar schoonbroer Quiracus Christiaens en zijn dochter Augusta Christiaens (Louise), schoonzoon Josephus Jacobs met hun kinderen Renatus (1911), Adriana (1907) en Helena Jacobs (1908). Rijkere mensen konden zich onderweg een slapplaats veroorloven. Het merendeel van de vluchtelingen sliep meerdere keren in het veld. Via omzwervingen kwamen de groep uiteindelijk terecht in Wemeldinge, Zeeland. In Wemeldinge werden ze ondergebracht op een kolenschip. Hier kregen ze stro om op te slapen. De werkgevers van Prudentia De Picker waren ook gevlucht. Ze hadden hun dienstbode Prudentia de opdracht gegeven om tijdens hun afwezigheid de hond goed te verzorgen en het dier na de oorlog gezond en wel terug te bezorgen. Plichtsgetrouw nam Prudentia de hond van haar werkgever mee op vlucht naar Zeeland. De hond werd echter niet toegelaten op het schip. Uit angst voor haar werkgevers besloot Prudentia bij de hond te blijven. Doordat zij veel buiten verbleef, vatte Prudentia een kou die zich tot een longontsteking ontwikkelde. Naderhand werden de oudere mensen ondergebracht in een plaatselijk zaaltje en verbeterde hun toestand. Via tante Prudentia kwam Helena's moeder in contact met een plaatselijk gezin die hen het leven zo aangenaam mogelijk wilde maken. Bij het gezin Mieras konden ze hun was doen, zich verfrissen en de kinderen speelden met Nederlandse leeftijdsgenootjes. De tante van Helena Jacobs, dienstbode Prudentia De Picker, stierf uiteindelijk aan de longontsteking. Wemeldinge was echter protestants. De familie diende twee uur te voet verder te gaan om hun tante een katholieke begrafenis te geven. Na zes weken als vluchtelingen in Wemeldinge, keerde de familie terug naar Zele.