Oudstrijders vieren feest in Gelrode
In 1919 organiseerde de gemeente Gelrode een groot feest. Zo vierden de inwoners van Gelrode het einde van de oorlog en de terugkeer van de soldaten. Op 23 november 1919 startte het feest met een plechtige viering en een Te Deum. Nadien werden er medailles en erediploma's uitgereikt. Aan de militairen wordt er een feestmaaltijd aangeboden. In de namiddag gat er een stoet door het dorp en worden er vredesbomen geplant. Op 23 juni 1929 stelde de burgemeester Oscar Van den Eynde een deel van zijn kasteeldomein ter beschikking aan de oud-strijders om het jaarlijks feest te laten doorgaan. De oud-strijders waren hem zeer dankbaar voor de voorstel en de voorzitter van de oud-strijdersbond (Petrus Bols) schreef in naam van alle oud-strijders een bedankbrief.
CONTRIBUTOR
Yannick Raus
DATE
1923-06-23 - 1929-06-23
LANGUAGE
nld
ITEMS
4
INSTITUTION
Europeana 1914-1918
PROGRESS
METADATA
Discover Similar Stories
Processie Gelrode
1 Item
Deze foto is genomen eind jaren 40. In Gelrode was er midden september steeds een jaarlijkse processie ter ere van de patroonheilige Sint-Cornelius. De oudstrijders liepen steeds mee in deze optocht. Op de foto staat rechts: Petrus Bols (stichter en voorzitter van de oudstrijdersbond van Gelrode en midden: Cornelius Dominicus Vlummens (vaandeldrager)
Dominicus Vlummens oudstrijder van Gelrode
1 Item
Dominicus werd geboren de Rotselaar op 5 april 1890. Hij was de zoon van Antoon Vlummens en Celestina Poortmans. Op 7 september 1912 trouwde hij te Gelrode met Maria Ons. (Gelrode 29 november 1891). Zij was de dochter van Ferdinand Ons en Isabelle Wendelinckx. Ze hadden een huis in Gelrode en samen kregen ze 3 kinderen. Maria Ons overleed op 18 augustus 1926 in een hospitaal in Leuven. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Dominicus soldaat bij het 10 linie-regiment. Tijdens een zwaar Duits bombardement op 8 mei 1916 wordt Dominicus zwaar gekwetst aan de ruggengraat en borstkas. Zijn regiment lag op dat moment in de omgeving van Diksmuide. Na een moeilijke evacuatie wordt hij overgebracht naar een hospitaal in Calais. Dominicus keert pas op 29 oktober 1916 terug naar zijn eenheid. Onmiddellijk na zijn terugkeer stelt hij zich kandidaat om deel te nemen aan een verkenningspatrouille rond de hoeve Violette. Deze hoeve is bezet door Duitse soldaten. Na deze missie krijgt hij voor zijn deelname en voor zijn zware blessures de militaire medaille met zilveren palm en het oorlogskruis. Op 21 april 1917 wordt hij opnieuw opgenomen in het ziekenhuis en hij verblijft er tot 12 mei 1918. Na deze periode krijgt hij nog een maand verlof om te recupereren. Hij werd o.a. onderscheiden met de volgende eretekens: Ridder in de orde van Leopold I, Ridder in de Kroonorde, Ridder in de orde Van Leopold II, Oorlogskruis met 3 palmen, militaire medaille 2de klasse (art 4) met zilveren palm, vuurkruis, IJzermedaille, Overwinnings en herinneringsmedaille van de veldtocht en het burgerlijke ereteken 2de klasse. Dominicus kreeg ook 8 frontstrepen en 1 kwetsurestreep. Het 10de linieregiment had als voornaamste taak de versterkte vestiging Namen te verdedigen. Na de Duitse inname ontsnapte de soldaten via Frankrijk. Na een lange mars tot in Rouen werden ze via boten terug naar Oostende gebracht. Het 10de regiment nam in 1914 ook nog deel aan de uitval vanuit Antwerpen en aan de slag om de IJzer. Na de slag om de IJzer bezette het regiment de volgende sectoren: Nieuwpoort, 3 grachten, Ramskapelle en Diksmuide. Tijdens het bevrijdingsoffensief neemt het 10linie regiment Kortemark in en op 11 november 1918 bezet het regiment de westeroever van de Schelde. Op hun vaandel prijken de eervolle vermeldingen: Namen - Dendermonde - IJzer - Eesen - Kortemark. Na de oorlog ging Dominicus aan de slag als arbeider bij de NMBS. Hij was ook ere-vaandeldrager bij de oud-strijdersvereniging van Gelrode en lid van de fanfare de dalgalmen. Dominicus overleed te Nieuwrode op 14 augustus 1962.
Priester Petrus (Frans) Verstreken uit Gelrode
5 Items
Frans was de zoon van Michael Verstreken en Elisabeth De Smet. Hij werd geboren te Gelrode op 27.12.1881. Op 22.04.1906 werd hij te Mechelen tot priester gewijd. Frans deed zijn eremis op 24.04.1906 in de Sint-Corneliuskerk van Gelrode. Nadien werd hij benoemd tot leerkracht aan het St-Stanislasinstituut in Berchem. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog keerde hij naar zijn geboortedorp Gelrode terug. 2 dagen voordat de Duitse troepen Gelrode innamen en vele mensen doodschoten had hij nog contact met de parochiepriester pastoor Dergent. Die vertelde hem waar hij de kostbaarheden van de parochiekerk had verstopt. Frans Verstreken was nadien getuige hoe de Duitsers pastoor Dergent in Aarschot mishandelden. Later werd pastoor Dergent doodgeschoten en zijn lijk werd in de Demer geworpen. Frans slaagde erin om uit handen van de Duitse soldaten te blijven en zoals zoveel Belgen vluchtte hij naar Engeland. Daar werd Frans vaste begeleider van Belgische vluchtelingen. Hij was voornamelijk actief in de gemeente Willesden (Groot-Londen). Op 26.11.1916 richtte hij daar een Belgische vereniging op waar landgenoten elkaar konden ontmoeten. De naam van deze vereniging was “the united Belgians”. Ook deed hij er alles aan om het leiden van Pastoor Dergent uit Gelrode wereldwijd bekend te maken. Hij schreef daarover een boek en verschillende artikels. Deze teksten werden overgenomen door kranten over heel de wereld (Verenigde Staten, Australië, …). Na de oorlog keerden de vluchtelingen terug naar België en Frans kreeg een nieuwe functie toegewezen. Hij werd onderpastoor in de St-Willibrordusparochie in Berchem. Vanaf 30.04.1930 werd hij rector in de de kapel van Sterbos te Wuustwezel. Na de Eerste Wereldoorlog kreeg Frans de Koning Albertmedaille. Deze medaille werd toegekend aan mensen die tijdens de Eerste Wereldoorlog uitzonderlijk verdienstelijk waren bij het organiseren van humanitaire werken voor Belgen. Frans Verstreken overleed op 26.08.1932 te Wuustwezel.