Een bloemzak uit California was eigendom van grootmoeder, Emilie Gerard. Wie de zak borduurde is niet bekend. Emilie was verpleegster tijdens wereldoorlog I. Zij woonde in Brussel. Zij is van haar kindje bevallen in Antwerpen maar het zoontje werd na drie dagen geplaatst. De vader van het zoontje is altijd onbekend gebleven. Zij heeft nooit de identiteit van de vader prijsgegeven. Haar zoon heeft er wel dikwijls naar gevraagd. Het was destijds een grote schande waar Emilie erg onder geleden heeft. Grootmoeder van Emilie Gerard was een Engelse gouvernante bij een familie in de Hertogstraat (het logement van Lord Byron). Zij was meegekomen met de entourage van Leopold I. Emilie Gerard heeft bij Dr. Delporte gewerkt als verpleegster. || - bloemzak uit Californië uit 1915 - geborduurd - indiaan Sperry Mills\n - foto van verpleegsters uit WO I - Emilie Gerard uiterst links onderaan

Het verhaal betreft mijn grootvader langs moederskant. Grootvader was soldaat en hij was mogelijk nog een zogenaamde loteling. Hij behoorde tot het 6de linieregiment. Hij had een typisch hoofddeksel en hij bezat eretekens; het Belgisch oorlogskruis, frontstrepen en het estel van Leopold. Tijdens wereldoorlog I was grootvader verbolgen geraakt over de bevelgeving in het Frans en de behandeling van de Vlaamse jongens. Na wereldoorlog I werd hij steeds meer vlaamsgezind. Grootvader heeft een hogere rijkswachtofficier gered en hem achter de linies gebracht. Toen hij na wereldoorlog II werd vervolgd wegens collaboratie zou deze daad in zijn voordeel gespeeld hebben na een getuigenis van de rijkswachtofficier uit Wallonië. || - Foto van soldaat Gerard Peeten in uniform van het 6de linieregiment.

De foto's tonen de vuurkaart van René. Een postkaartfoto gemaakt in 1914 bij zijn intrede in het leger. En een foto van het elfde linieregiment in opleiding in Frankrijk. Ook de direct toegekende eremedailles en enkele 11 novembermedailles zijn aanwezig. Net zoals zijn frontstrepen. || Renatus ( René ) Sinnaeve is in dienst getreden in oktober 1914. Vanaf februari 1915 was hij in de loopgraven aanwezig. Eerst in Stuivekenskerke. Dan in de sectie Diksmuide. Daarna in Pervijze en later ook in Merkem om de oorlog te beindigen in Staden. René was bij het elfde linieregiment. Hij was vuurkruiser soldaat met als bijberoep barbier.